History of Dance: Poing

DJ Broadcast | Alfred Bos, 2006


1992 was het jaar waarin gabber als genre werd geboren. Een van de sleutelplaten in die ontwikkeling was Poing, een productie van Maurice Steenbergen (op dat moment 18 jaar oud) en Danny Scholte. Je kon in juli 1992 de radio niet aanzetten of het geestige stuiterwijsje stuiterde je onweerstaanbaar tegemoet. Poing werd een dikke nummer 1 hit in Nederland en haalde hitnoteringen in heel Europa. De track is op honderden compilaties terecht gekomen en wordt nog jaarlijks uitgelicenceerd door Mid-Town, de Rotterdamse platenwinkel achter Neerlands eerste gabber label, Rotterdam Records.

Anno nu heeft Maurice Steenbergen zijn eigen mediaproductiemaatschappij en produceert hij met name Rotterdamse hiphoppers, waaronder Tim Beumers, tweevoudig freestyle kampioen van Nederland. Daarnaast doceert hij geluidstechniek aan een MBO opleiding in Rotterdam. Uiteraard staat Poing, zijn grootste succes, hem nog levendig voor de geest. Maurice Steenbergen: “Ik was in die tijd veel bezig met het maken van beats op de Roland 909 drum computer. Ik had al een half jaar aan materiaal op de plank liggen. In 1991 was ik een keer met Danny Scholte - met wie ik Poing heb gemaakt - naar een houseparty geweest. Dat was mijn eerste housefeest en we vonden dat de bezoekers een beetje op en neer sprongen op de muziek. Daar moeten we een keer iets mee doen, zeiden we tegen elkaar.” “Een paar maanden later kwam ik die Poing sample tegen en was de vraag: Wat gaan we er dan mee maken? Ik heb een berg beats ingeladen die ik al had klaarliggen. Dat is overigens ook de reden dat de beats op Poing zo variëren: het is een compilatie van een half jaar beats maken. Daar hebben we die Poing sample overheen gezet en het daarbij gelaten. We hebben wel geprobeerd om er extra muzikale elementen aan toe te voegen, maar we waren toen nog niet zo onderlegd. Ik had ook bijna geen apparatuur, alleen een sampler met 40 seconden sampletijd en dat was het wel.”

DJB: Was het je eerste productie? “Het was mijn eerste plaatrelease en mijn tweede demo. Mijn eerste demo, met drie nummers, zou uitkomen op een lokaal label, maar dat ging op het laatste moment niet door. Vervolgens kwam ik bij (Rotterdamse platenwinkel) Mid-Town terecht en die hadden net Rotterdam Records opgericht. Hun eerste release was Amsterdam Waar Lech Dat Dan van de Euromasters en wij waren - na Holy Noise en DJ Rob - de vierde release. Mijn eerste plaat werd gelijk een van de grootste house hits ooit!”

DJB: Is het niet ontzettend schrikken dat je met je eerste release gelijk zo’n monster scoort? “Dat bleek vooral later. Op het moment zelf zat het label achter onze broek aan, want die wilden graag een Poing 2. Dat had gekund, maar we hadden toen al zoiets van: Dit gaan we nooit overtreffen. Als je dan een opvolger maakt, gaat die de vergetelheid in. En als we het hierbij laten, redeneerden we, blijft het bij een one shot underground kneiter die ook echt uit de underground kwam en waar niets commercieels aan was.” “Poing is zo’n grote hit geworden omdat het publiek het leuk vond, het was helemaal niet commercieel bedoeld. Je moet ’m zien in de lijn van minimalistische platen als Pull Over van Speedy J, (Jochem Paap) en Twin Freaks van The Gateway Experience (Maurits Paardekoper), daar waren we door geïnspireerd - beats met een geluidje. Die van ons was iets commerciëler, dus die schoot door. Dat was niet zo bedoeld, dus we wilden het eigenlijk daarbij laten.” “Het enige nadeel wat ik in mijn persoonlijke carrière als producer heb gehad is dat alles daarna een beetje tegenviel. Ik ben ook met hiphop en rock en allerlei stijlen bezig geweest, en dan moet je het normale traject volgen. Terwijl ik verwend was omdat ik met mijn eerste plaat in heel Europa in de hitlijsten heb gestaan. Daar heb ik best wel last van gehad. De carrière die je in je hoofd had, kun je vergeten.”

DJB: Hadden jullie toen enig idee wat je gemaakt had, toen de track klaar was? “Dat besef is pas achteraf gekomen. Poing was maar een paar uurtjes werk. We gingen vaak naar een discotheek in Spijkenisse waar ik toen woonde, Demi-sec, en daar draaiden ze mijn demo’s in het weekend, tussen de platen door. Poing viel echt op. Toen we naar huis gingen, hoorden we mensen in de garderobe tegen elkaar zeggen: Heb jij die plaat met dat Poing geluid gehoord? Er werd over gepraat!” “In de weken daarna werd het een steeds grotere hit in Demi-sec. Dus je moet je voorstellen dat een latere nummer 1 hit zes weken lang alleen in één discotheek te horen was. Mensen gingen juichen wanneer die plaat langskwam. Dat was wel heel grappig.”

DJB: Hoe kijk je er achteraf op terug? De start van een succesvolle carrière als producer? “Pas sinds een jaar heb ik me erbij neergelegd dat ik een rol heb als executive producer, dus het begeleiden van projecten. Dat is meer mijn rol dan zelf muziek maken. Ik ben nog wel van plan om een album te maken, dat wordt iets in de stijl van The Prodigy, maar dan meer omdat ik dat zelf leuk vind. Niet omdat ik er een miljoen van verwacht te verkopen. Dat album ga ik in eigen beheer doen.” “In 1997 waren er concrete plannen om met Michiel van der Kuy (de helft van het duo L.A. Style, bekend van James Brown Is Dead) een track genaamd Poing Is Dead te maken. Dat is niet doorgegaan omdat het label van L.A. Style dat geen goed idee vond.” “Guido Pernet van Human Resource en ik hebben een jaar of drie opgetreden, in Duitsland, Amerika, Schotland. Hartstikke leuk, snoepreisjes, maar je wordt een soort oldskool icoon. Ik had de top al gehaald en met zo’n act zul je verder niets bereiken. Een paar maanden geleden ben ik daarmee gestopt om me meer toe te leggen op het begeleiden van producties.” “Wat ik het meest memorabel vind is dat de producer van 2Unlimited, Phil Wilde, heeft toegegeven dat Poing voor hem de inspiratie was voor No Limit, hun grootste hit. Dat vind ik toch wel heel erg leuk.”